Over ons

Ingediend door bob op ma, 09/04/2023 - 13:17

 

Het isongelijk-teken (≠) als ons kenmerk

 

Minister van OCW, Robbert Dijkgraaf, schreef in de inleiding van zijn boek Het isgelijkteken over zijn liefde voor dit teken omdat het twee dingen hetzelfde maakt, die dat eerst niet waren. Zo maakt Einsteins E=mc2 energie en massa uitwisselbaar. “Op dezelfde wijze worden ruimte en materie met elkaar verbonden in de algemene relativiteitstheorie […]. Die vertelt hoe de ruimte de materie laat bewegen en hoe materie de ruimte laat krommen.” (p.6).

Tot op deze mathematisch natuurwetenschappelijke hoogte heeft Dijkgraafs liefde mijn sympathie. Alhoewel reeds hier Hollaks lessen over het moeten denken van de ‘’eenheid van eenheid en onderscheid’’ aan mijn geest beginnen te kloppen. Maar Dijkgraaf zet een volgende stap en dan wordt het een bewuste herinnering. Hij schrijft “De wereld en de wetenschap zijn als een grote bouwdoos vol feiten, inzichten en begrippen. Het is de menselijke verbeelding die al die stukjes aan elkaar past en er een geheel van maakt. Met isgelijktekens.” (=) (p.6) Met andere woorden: het geheel vormt een systeem.  

Mijn probleem is dat de menselijke geest dit mogelijk doet, maar in de verbeelding, niet altijd in de wereld en de samenleving.  Daar verdwijnen (ook opzettelijk) stukjes onder de mat en dat voorkomt  dat een geheel ontstaat, getuige het gedoe met de wob-verzoeken inzake het Coronadossier van Hugo de Jonge.

Vaak ook is het de overschatting van de waarde van het isgelijkteken die voor problemen zorgt. Die veroorzaakt namelijk een blinde vlek voor relevante verschillen. Hollaks  enigszins duistere formulering ‘Het moeten denken van de “Eenheid van de eenheid en onderscheid”’ legde de vinger op de zere plek. Het isgelijkteken brengt weliswaar eenheid in de verbeelding, maar als je als actor 1 een interactie hebt met een actor 2, dan hebben zowel 1 als 2 een eigen eenheid aangebracht en daarvoor geldt dat ze ongelijk zijn. Om die twee beelden met elkaar te verenigen moet je denken en daarvoor is het isongelijkteken onontbeerlijk. Je moet oog hebben voor de overeenkomsten, de mate waarin beide beelden samengaan, maar ook voor de verschillen.  

ongelijke opvattingen

Houd je geen rekening met verschillen dan raken mensen tussen de raderen van het systeem, zoals slachtoffers van de toeslagenaffaire of zoals Damin, die al een jaar thuiszit na een onterechte schorsing, zie AD, 26 februari 2023. Vrij snel na onterechte besluiten dreigen andere regels de zaken te verergeren en voor geheel nieuwe problemen te zorgen, vergelijk “Er is zelfs ‘gedreigd’ met een melding bij Veilig Thuis omdat de ouders (van Damin; AvB) niet zouden meewerken.” Bij Damin liep het niet zo´n vaart omdat de ouders mondig zijn en kennelijk de juiste steun wisten te vinden om informatie boven tafel te krijgen. Anderen waren minder gelukkig en moesten allerhande procedures meemaken en mogelijk ook de uithuisplaatsing van hun kind. In die gevallen verdween het oorspronkelijk probleem snel uit zicht. Voor deze conclusie geven de toeslagenaffaire, de gasaffaire in Groningen, etc voldoende bewijs.

De diepere oorzaak van deze problemen is dat niet de mens centraal gesteld wordt maar het systeem. Heel recent blijkt dit opnieuw door de reden waarom de Belastingdienst weigert belastingplichtigen te informeren, die in soortgelijke problemen terecht zijn gekomen als de slachtoffers van de toeslagenaffaire, zie De Volkskrant, 2 maart 2023. Ten overstaan van de rechter wordt opgevoerd dat een voor de burger positieve beslissing meer mensen ertoe aan zou zetten inzage te verlangen en dat kan de Belastingdienst niet aan.

Het zal duidelijk zijn dat een klagende mens met het isgelijkteken in de verbeelding een andere eenheid aanbrengt, dan de instantie, die het betwiste besluit in de werkelijkheid heeft genomen. Maar op welke punten de eenheid die de klager aanbracht ongelijk is (≠) aan de eenheid die de instantie aanbracht, blijft verborgen. Het is dit spanningsveld waar ons onderzoek zich op richt. Daarbij stellen we de mens centraal, maar wel in relatie tot het ‘systeem’ waarmee de relaties problematisch zijn geworden.

 

Auke van Breemen, coördinator wetenschappelijk bureau Piratenpartij.